ADHD

oftwel aandachtstekort stoornissen met hyperactiviteit

De belangrijkste symptomen van mensen met ADHD manifesteren zich in het klassieke drietal van: onoplettendheid, impulsiviteit en hyperactiviteit. De grootste moeilijkheid is echter dat mensen met ADHD het heden niet lang genoeg kunnen afremmen om aan de toekomst te denken. Zij kunnen dus geen consequenties overzien van hun (evt. impulsief) handelen. Het is niet zo dat zij zich niet interesseren voor de toekomst (hoewel dat soms zo kan lijken!). De toekomst en het verleden lijken voor hen echter niet of nauwelijks te bestaan.

Martin Kutcher (2008) formuleert het heel treffend: “Mensen met ADHD zijn net motten: ze worden aangetrokken tot het helderste licht. Soms is dat licht een computerspelletje. Soms is het die glimmende pen of die fascinerende paperclip op tafel. Zelden is het helderste licht een boekbespreking die over 2 weken af moet zijn of het opruimen van zijn kamer”. Kortom; ze hebben een hekel aan uitstel van beloning!

Het is belangrijk te beseffen dat personen met ADHD, net als personen met autisme, anders denken en anders leren. Het is niet voor niks een stoornis; tegen een kind met dyslexie zeggen we ook niet: “We hebben de b’s en d’s gisteren al besproken. Vandaag doe je het goed, anders krijg je straf!” Waarom zou je dan van iemand met ADHD verwachten dat hij ineens wel denkt aan het meeneme van al zijn spullen voor een bepalde activiteit? Het probleem zit er niet in dat mensen met ADHD niet zouden weten wat ze moeten doen; ze weten heus wel dat ze een formulier ook daadwerkelijk moeten opsturen. Maar door hun stoornis hebben ze wel moeite met de uitvoering, het daadwerkelijke doen. Daar komt nog bij dat iemand met ADHD elke (deel)taak afzonderlijk prima kan uitvoeren, maar vastloopt wanneer hij meerdere (deel)taken tegelijk moet uitvoeren. De hersenfuncties werken eerder als solisten dan als een goed geolied team.

ADHD en de executieve functies

De executieve functies worden ook wel “regelfuncties” genoemd. Deze regelfuncties zijn vooral nodig bij het verwerken (coördineren en organiseren) van nieuwe en complexe informatie. Wanneer dit niet goed werkt, krijg je een situatie vergelijkbaar met een “orkest zonder dirigent”. De gevolgen hiervan voor personen met ADHD zijn door Paternotte en Buitelaar (2006) helder op een rijtje gezet:

  • Het is moeilijk voor iemand met ADHD om ingewikkelde handelingen te coördineren (volgorde van aankleden, dagelijkse taken, autorijden!)
  • Ze kunnen niet doelgericht te werk gaan in nieuwe situaties
  • Het lukt mensen met ADHD niet om snel een “plan” op te stellen
  • Ze vinden het moeilijk om prioriteiten te stellen/ te weten wat het belangrijkste is om eerst te doen
  • Personen met ADHD leren niet zo snel van hun ervaringen en ze staan van te voren minder stil bij de consequenties van hun gedrag
  • Ze zijn daardoor minder in staat hun ervaringen te laten meewegen bij (onbewuste) beslissingen over hun gedrag
  • Iemand met ADHD kiest vaak voor de kortetermijnoplossing of -beloning (als motten naar het helderste licht…) Het is dus erg moeilijk voor ze een directe beloning te laten schieten en (in plaats daarvan) te werken voor een doel of beloning in de toekomst.